Zo rond de helft dan de negentiende eeuw staan er in het Oldambt ongeveer 32 windmolens, waarmee het overtollige water kan worden weggepompt. Daarna worden de windmolens steeds meer vervangen door stoomgemalen. Het (museum)gemaal De Hoogte aan De Streep, 19 te Nieuwolda naar een ontwerp van P.G. Cremer. Hij is dezelfde architect die ook Gemaal Cremer in Termunterzijl heeft ontworpen. Het verkeert nog in een werkende staat, is niet meer functioneel en loost op het Termunterzijldiep. Het is een poldergemaal geweest en is geen Rijksmonument.
Stoomgemaal 1892 In 1889 valt het besluit in Nieuwolda een stoomgemaal te bouwen. Op een plek die redelijk hoog ligt, namelijk aan de Streep. Het Kattendiep en het Kostverloren-diep, de wateren die in open verbinding staan met het Zijldiep, kunnen het water niet in de hand houden. Een eerder gebouwd sluisje voor de scheepvaart op het Kattendiep heeft voor de afwatering niet het beoogde resultaat. De enige oplossing is daarom een stoomgemaal. In 1892 bouwt architect P. G. Cremer met aannemer J. van Zuilen uit Nieuwolda voor 6989 gulden een stoomgemaal. Cremer staat in die tijd goed bekend als architect. Hij bouwt ook strokartonfabriek De Toekomst in Scheemda en in 1930, gemaal Cremer bij Termunterzijl. Het te bemalen gebied omvat ongeveer 610 hectare en het gemaal kan 58 kubieke meter per minuut verwerken. Dat is ongeveer tien kubieke meter meer dan noodzakelijk. De heren van het eerste uur zijn Edzes ten Have en Dallinga. In het gemaal komt een Cornwall ketel met vijf Gallway buizen en een verwarmingsoppervlakte van 32 vierkante meter. De machine heeft met een kracht van 20 paarden brengt de stalen vijzel in beweging met een middellijn van 1,45 meter en kan het water zo’n tweeëneenhalve meter omhoog brengen.
De machinisten van gemaal De Hoogte M. Hoogerman is vanaf 1889 de eerste machinist en tevens bode-sluiswachter van stoomgemaal De Hoogte. Dat blijft hij tot 1 mei 1893. Daarna volgt H. van der Veen hem op tot 1 mei 1907. Vervolgens komen de heren D. Boven van 1907 tot 1945, O. Boven van 1945 tot 1965 en de dames J. Smid-Boelsem van 1965 tot 1972 en B. Moesker-Baas van 1972 tot 1976. Na 1976 neemt het elektrische gemaal De Oude Geut bij Midwolda de taak van De Hoogte over en maalt het water weg. In de woning aan De Streep naast het gemaal woont de bediende van de sluis en later van het gemaal. In 1945 wordt deze woning afgebroken. Door oorlogsgeweld is het niet meer in een te bewonen staat. In 1946 wordt een nieuwe woning gebouwd waar de familie Moesker heeft gewoond. In 1973 verkoopt het waterschap Oldambt de woning.
Afb. links: De Brons dieselmotor uit 1935, gefabriceerd door de voormalige fabriek Brons in Appingedam.
De Hoogte wordt elektrisch De Hoogte heeft tot 1920 op stoom doorgemalen. Op de vergadering van 8 april van dat jaar besluiten de leden het gemaal van een elektrische installatie te voorzien en de stoommachine en de ketel op te ruimen. De kosten bedragen f 8.333,48. In 1942 is de vijzel door een nieuwe vervangen.
Restauratie 1986 Het gemaal is in 1986 geheel gerestaureerd en wordt thans als museumgemaal beheerd door de Stichting Nieuwolda. Het gemaal is toegankelijk via een dorpsgids, waarbij ook een uitgebreide historische rondleiding door Nieuwolda mogelijk is. Het Museumgemaal De Hoogte heeft sinds 1986 een Brons dieselmotor en is uitgerust met een vijzel van de firma Spaans uit Hoofddorp die een capaciteit heeft van 40 m3/min. De aandrijving vindt plaats door een Brons dieselmotor, bouwjaar 1935, die na de buitengebruikstelling is geplaatst. De installatie heeft een opvoerhoogte van 0.5 meter.
Het gemaal De Hoogte na de restauratie in 1986 wordt beheerd door de Stichting Nieuwolda.
De oude dieselmotor uit 1935 De Brons drie cilinder dieselmotor uit 1935 is eigenlijk bij toeval ontdekt bij de firma Telkamp in Woldendorp. Daar heeft het object maar liefst vier jaren op het erf gelegen. Het komt in het bezit van de Stichting Nieuwolda die het opknapt in de werkplaats van het voormalige waterschap Duurswold. Daar zijn ook nog luchtketels van circa 1970 en een compressor aanwezig uit gesloopte gemalen waar ook een Brons motor heeft gestaan. De motor is aanvankelijk bedoeld geweest voor een dorstractor. Na de oorlog is de productie gestaakt wegens economische redenen. Met enige aanpassingen kan dit E.A. type gebruikt worden in kleine schepen en als hulpmotor in wat grotere schepen, aggregaten en watergemalen. Het E.A. type is leverbaar geweest als I, 2, 3 en 4 cilinder. Zowel de hoge druk brandstofpomp als de verstuiver en regulateur zijn van het eigen Brons fabricaat. Omstreeks 1950 vervangt een veerbelaste van Bosch de zogenaamde open verstuiver. Het vervangen van de brandstofpomp van Brons door een handelsuitvoering van Bosch is bij een proef gebleven. De productie van het E.A. type Brons dieselmotor is omstreeks 1960 beëindigd. De proefmotor heeft nog een tijdje gedraaid als aandrijfmotor van de compressor in de gieterij van Brons. Als de fabriek in 1982 onder de slopershamer valt, gaat de motor als oud ijzer naar Woldendorp. Nu functioneert hij dus weer op een plek die meer bij zijn oorspronkelijk ontwerp past.
Termunterzijldiep en gemaal Cremer In 1963 moet het te ondiepe Termunterzijldiep een meter worden uitgebaggerd om het water sneller naar zee af te voeren. In 1980 moeten er weer acties worden ondernomen. Het waterschap Oldambt laat 150 ha land onder water lopen. Zo ontstaat het Hondshalstermeer, wat tegenwoordig een zeldzaam natuurgebied is voor kluten, rotganzen en kemphanen. Het meer kan nu gebruikt worden als boezem, om in tijden van wateroverlast, het water tijdelijk te bergen. In 1967 is bovendien een einde gekomen aan de 39 kleine waterschappen met hun 39 gemalen en wordt één groot waterschap opgericht, het waterschap Oldambt. Dat gebeurt door gemaal Cremer in Termunterzijl die ongeveer de helft van de jaarlijkse neerslag de zee in pompt. Dit heeft als reden dat het noordoosten van de provincie erg laag ligt, tot soms wel een paar meter beneden NAP. We hebben immers te maken met inpolderingen en het feit dat het land in 7000 jaar bijna zeventien meter is gedaald door oeroud veen dat is ingeklonken en het stijgen van het zeewater.
Gemaal Rozema Boezemgemaal Cremer kan vanaf 1930 een gebied van 22.000 ha aan en heeft 350.000 gulden gekost. Echter door de steeds vorderende bodemdaling, mede door de aardgaswinning, is er in het jaar 2000 met een investering van 40 miljoen gulden (18 miljoen euro) wederom een nieuw gemaal gebouwd met een viertal Caterpillar aardgasmotoren met een vermogen van elk 935 pk en een noodstroom aggregaat. Dit Rozema gemaal heeft een viertal schroefcentrifugaalpompen, waarvan drie met een capaciteit van 650 kubieke meter per minuut en een vierde met een capaciteit van 750 kubieke meter per minuut bij een opvoerhoogte van maar liefst viereneenhalve meter. Hiermee kan het voormalige Klei- en Wold-Oldambt volledig worden bemalen. In geval van nood kan het oude boezemgemaal Cremer, waar ook nog een Brons motor aanwezig is, bijspringen, want dit museumgemaal is nog volledig functioneel.
Meer lezen over gemaal Cremer en Rozema kun je hier.
Opmeringen bij de afbeeldingen Heb je zelf gemaakte foto's van museumgemaal De Hoogte. Stuur die dan als bijlage in een mail naar de webmaster. De afbeelding dient minimaal 600dpi te zijn. Dan zullen we die plaatsen en de drie bovenstaande kleurenfoto's verwijderen, waarvan de bron onbekend is.
Gerelateerde artikelen:
De eerste kentekens in Nieuwolda na 1905. Geschiedenis van Nieuwolda en de buurtschappen Lucas Verwer & Zonen Machinerieën
|